Het is een spel waarbij concentratie en tactiek van belang zijn. Bij bowls is het de kunst om ballen zo dicht mogelijk naar een wit balletje te rollen. Dat lijkt eenvoudig, maar de ballen rollen niet rechtuit, maar buigen steeds verder af. De witte bal kan ook naar een andere plaats gestoten worden. Steeds ontstaat een andere situatie op de mat.
Het spel wordt in een hal gespeeld op lange matten van ca. 4 meter breed en 30 meter lang. Het aantal matten hangt af van het aantal aanwezigen. Deelnemers worden zo verdeeld, dat er steeds twee teams op een mat staan. Deze teams bestaan uit 1 tot maximaal 4 personen.
Bowls kan ook buiten gespeeld worden, maar daarvoor hebben we bij de IBC Rotterdam geen banen.
Ieder spel, een “end” genaamd, begint met het leggen van een matje in het midden van de mat tussen 2 en 6 meter van de voorkant. Vanaf deze mat worden dit “end” alle ballen gegooid.
De eerste speler rolt daarna het witte balletje, de ‘Jack’, in de lengterichting van de mat. Waar de Jack tussen 2 en 6 meter van de achterkant eindigt, daar wordt deze in het midden gelegd. Anders wordt de Jack op 2 meter van de achterzijde in het midden gelegd. Zo kan de eerste speler bepalen of er over korte of over langere afstand gespeeld wordt; een kort of een lang end genoemd.
Daarna spelen de spelers van een team na elkaar hun ballen (bowlers spreken over ‘bowls’ of ‘woods’) . De eerste spelers van het team spelen om en om. Vervolgens de tweede spelers van het team, enzovoort. Bij een team van één of twee personen per team spelen alle spelers 4 bowls. Bij 3 spelers per team speelt iedere speler 3 en bij 4 spelers elk 2 bowls.
Doel is om als team de bowls zo dicht mogelijk naar de Jack te rollen. De bowls zijn aan de zijkanten zodanig afgeplat dat het gewicht niet in het midden zit. De bowls maken daardoor een curve (bocht). De richting van de afbuiging is herkenbaar aan de ringen op een bowl. Als een gespeelde bowl langzamer gaat rollen, dan maakt de kant met de kleine ringen een steeds sterkere boog naar binnen. De afgelegde weg is afhankelijk van de snelheid en de richting waarin de bowl wordt gerold. Dit maakt het spel juist zo leuk.
Als alle spelers hun bowl hebben gerold worden de punten geteld. Punten verdien je met elke bowl, die dichter bij de Jack ligt dan de dichtstbijzijnde van de tegenstander. Dan is een ‘end’ gespeeld en de eerste speler van het winnende team mag het nieuwe ‘end’ beginnen met het plaatsen van het matje, het rollen van de Jack en het spelen van de eerste bowl.
Afbeelding © BC Woods